UTRECHT – Mijn zus was in de stad. We dronken bier bij De Zaak, we aten tapas bij El Mundo. En daar zaten we op zeker moment over auto’s te filosoferen. Ja, ik ben gezegend met een zus met wie je het over auto’s kunt hebben.
Ze wil een nieuwe kopen. Moeilijk. Wellicht wordt het een Volkswagen Passat. Een Volkswagen? Saaaai. Bedenk maar eens wat beters dan. Oude model Renault Laguna? Fijne auto op zich, maar stond wel bekend om zijn gebreken. Citroën C5? Inderdaad, ook een behoorlijk saai ding. Een Saab doe je ook niet echt. Een Volvo? Da’s een auto voor mannen met een gemiddeld salaris, die dan toch een dikke auto gaan kopen. Ik had een paar van die collega’s. BMW? O nee, als ik zo’n bak in mijn achterspiegel zie, blijf ik expres nog even links rijden. BMW’tje pesten. En Alfa Romeo, daar heb ik het wel een beetje mee gehad. Misschien toch maar een Opel Vectra, da’s wel een hok, maar je weet wel wat je krijgt.
Intussen bedachten we natuurlijk wel schuldbewust – en salonfähig – dat er in China en Birma nog duizenden mensen onder het puin liggen.
