tekst: Jan Michielsen
Ratten schieten heen en weer
Bruin en harig met zo’n kop
Grote ogen lange haren
Ze stoppen nooit niet meer
Ik voel constant hun krioelen
Dag en nacht ben ik van hen
Ik kan slapen ik kan drinken
Ze blijven mij maar overspoelen
Refrein:
Ratten in gedachten
Niet of toch of straks of waar
Ze bevuilen wat ooit schoon was
En ze vreten aan elkaar
Gingen zij maar slapen
Dan kwam ik ook tot rust
Mijn hoofd het bonkt van woede
Sinds zij het kwamen kapen
Maar morgen laat ik weten
Dat zij niet langer ratten zijn
Ze worden duiven, dons of doeken
Of hoe zij maar zullen heten
Refrein
Ik pak ze aan met grove handen
Kneed ze kneed ze nieuw
Alles mag alleen geen ratten
Die zullen in de hel gaan branden
(2009)